Gaat het licht uit in de Senaat?
Niemand van ons kan er omheen dat de toekomst van de Senaat al sinds haar oprichting in 1831 ter discussie staat. Onze met gouddraad bestikte zetels herinneren aan een rijk verleden en grote intenties, maar de eigenlijke geschiedenis van onze instelling vertelt het verhaal van een instelling op een constante zoektocht naar zichzelf.
Waartoe dient de Senaat? Welke plaats heeft ze in het Belgische staatsbestel? En is er nog een toekomst voor het tweekamerstelsel in ons land?
Vandaag geef ik in de kranten Het Nieuwsblad en La Libre, samen met Egbert Lachaert, antwoorden op die vragen. Het debat zal de komende weken en maanden opnieuw opflakkeren, wanneer we in de Senaat onze eigen toekomst gaan bediscussiëren. Open Vld is alvast duidelijk: wij zetten concrete stappen richting afschaffing van de Senaat.
De bevoegdheden die de Senaat vandaag nog heeft, zijn onvoldoende om een aparte politieke instelling te rechtvaardigen. Nu ik al een jaar voorzitster van de Senaat ben, en grondig onderzocht heb hoe relevant onze Eerste Kamer is, weet ik dat de Senaat in de praktijk geen rol van betekenis meer speelt in de Belgische democratie.
Sinds de Zesde Staatshervorming worden Senatoren niet meer apart verkozen en niet extra betaald, en hebben we nog maar weinig bevoegdheden. De Senaat wijzigt mee de Grondwet of de wetten over de staatsstructuur, ze stelt informatieverslagen op, bemiddelt in belangenconflicten, voert de zogenaamde subsidiariteitstoets over Europese wetgeving uit en benoemt rechters in hoge rechtscolleges zoals het Grondwettelijk Hof. In de praktijk moeten we echter vaststellen dat dit voor de Senaat vooral betekent dat we soms dubbel werk doen, of dat we een verplichte tussenstap zijn in een procedure die uiteindelijk toch op een ander niveau beslecht wordt. De Senaat heeft haar rol als reflectiekamer ook niet waargemaakt, het politieke debat wordt elders gevoerd.
Voor ons is een tweede federale kamer, naast de Kamer van Volksvertegenwoordigers, dus niet langer nodig. Dat zegt onze partij al lang en we moeten er deze keer absoluut voor zorgen dat er niet opnieuw een mossel-noch-viscompromis uit de bus komt vallen. De afschaffing van de Senaat staat voor ons ook los van een bredere staatshervorming. We zullen dat op politiek niveau bepleiten bij onze collega’s binnen andere partijen. Nu al voelen we aan dat iedereen beseft: op deze manier kan het niet verder.
Besparen doen we al, door bijvoorbeeld dit jaar een verlaging van 4% op onze dotatie te vragen – in tegenstelling tot de 1,1% die de regering gevraagd had. Het personeel en het beheer van het gebouw willen we overhevelen naar de Kamer, en door die twee werkingen nu al in synergie te brengen toon ik aan dat dit kan. Door de politiek volledig weg te halen uit de Senaat, zullen we ook besparen op de financiering van de partijen zelf. Een goede zaak!
Dat betekent niet dat ik het gebouw wil laten leegstaan. Onze prachtige zalen, imposante salons en rijke kunstcollectie moeten voor iedereen toegankelijk blijven. En daarnaast sta ik open voor alle mogelijke toekomstige projecten en invullingen waar ons gebouw zich toe kan lenen, los van de logge structuur van de Senaat.
Bekijk ook de artikels in Het Nieuwsblad en La Libre en luister naar het interview op Radio 1.