Parlementslid Stephanie D'Hose pleit voor snel interfederaal actieplan tegen homofobie
De moord op David Polfliet veroorzaakte een schokgolf in onze samenleving. In naam van de voltallige Open Vld-fractie betuigde Vlaams Parlementslid Stephanie D’Hose haar diepste deelneming aan de vrienden en familie van het slachtoffer, maar ook aan de volledige regenboog-
gemeenschap.
D’Hose vermeldde in de plenaire vergadering de resolutie die onlangs werd goedgekeurd in de Senaat over de mogelijkheid tot anonieme aangifte bij een meldpunt: “Dit is een broodnodige stap. Het homofoob geweld neemt namelijk toe, maar de aangiftebereidheid daalt. De volgende stap is om snel werk te maken van een interfederaal actieplan tegen homofobie.”
Afgelopen weekend kwam David Polfliet op een vreselijke manier om het leven. Open
Vld-parlementslid Stephanie D’Hose: “Het lijkt erop dat David vermoord is om wie hij was. Er is niets erger dan het slachtoffer te worden van een aanval op wie je bent, op je identiteit, op je diepste zelf, op de liefde die je voor iemand anders voelt. We moeten hier keihard tegen optreden. De veroordeling en bestrijding van deze aanvallen moeten een absolute prioriteit zijn. Ze zijn namelijk ook een aanval op onze fundamentele rechten en vrijheden.”
Onlangs slaagde D’Hose erin om in de Senaat een resolutie goedgekeurd te krijgen om werk te maken van een anonieme aangifte van homofoob geweld. Want we zien iets heel vreemd gebeuren: we weten dat homofoob geweld toeneemt, maar tegelijkertijd neemt de aangiftebereidheid af. “We spreken hier over het ‘dark number’ dat ervoor zorgt dat de politie onvoldoende zicht heeft op het aantal aanvallen en vervolgens dat de slachtoffers niet voldoende hulp krijgen. Een anoniem meldpunt opzetten is dan ook van zeer groot belang”, benadrukt D’Hose.
Nu moet er volop worden gewerkt aan een interfederaal actieplan, zodat deze vorm van geweld volledig wordt onderdrukt alsook de homohaat zelf wordt tegengaan. Het liberale parlementslid hoopt dat Vlaams minister Somers zal samenzitten met federale ministers Van Quickenborne en Verlinden om te bekijken wat er mogelijk is. Daarnaast staat Stephanie D’Hose ook specifiek stil bij de verantwoordelijkheid van de ouders en het onderwijs. Zo heeft Çavaria met KLIQ een specifiek instrument voor het onderwijs. Dit is een vorming- en trainingscentrum dat werkt rond gender- en seksuele diversiteit.
D’Hose sloot haar tussenkomst af met een oproep aan de zogeheten ‘silent majority’. Die stille meerderheid moet op sociale media en in het dagelijkse leven vaker het signaal geven dat homohaat niet kan: “We mogen geen millimeter toegeven op onze fundamentele rechten en vrijheden. In dit land mag men zijn wie men wil zijn.”