We besparen 13% op de begroting van de Senaat
De knoop is doorgehakt! We besparen meer dan 13% op de werking van de Senaat! Dat is 6,2 miljoen minder uit de staatskas. Een huzarenstukje dat geen enkel parlement ons nadoet! Hoe doen we dat? Lees het hier!
We besparen op politiek personeel, op de partijen en op de werkingsmiddelen van de Senaat. Jaar na jaar doen we het met miljoenen minder.
Ging de Senaat niet afgeschaft worden? Mijn visie en die van mijn partij is nog steeds heel helder. De Senaat moet afgeschaft worden. Een boodschap die ik bij steeds meer partijen hoor terugkeren.Gesprekken hierrond zijn lopende en moeten we alle kansen geven. Een instelling die al sinds 1831 bestaat schaf je niet van vandaag op morgen af, dat lukt enkel met veel overleg en een duidelijke blauwdruk.
Als voorzitster moet ik ondertussen de boel laten draaien, maar wel zo efficiënt en goedkoop mogelijk. Dat was het doel van vandaag. Morgen werken we keihard verder.
Voor de cijferneuzen die zich graag willen verdiepen in de begroting heb ik goed nieuws: hieronder lees je het integrale verslag dat namens het Bureau van de Senaat aan de plenaire vergadering werd voorgesteld.
----------------------------------------
Mevrouw de Voorzitter,
Geachte Collega’s,
Een jaar geleden stond ik hier om u het resultaat van het boekjaar 2020 en de begroting voor het boekjaar 2022 voor te stellen. Al waren er de eerste tekenen van een energiecrisis, toch leek, met het einde van de COVID-pandemie in zicht, de normaliteit terug te keren. Niemand kon toen voorspellen dat de wereld er vandaag volledig anders zou uitzien en ook voor de financiën van de Senaat zijn de gevolgen niet gering.
Vooreerst, de resultaten van het boekjaar 2021. Als gevolg van de pandemie konden talrijke evenementen niet plaatsvinden en verschillende werken niet worden uitgevoerd.
Voor het dagelijkse onderhoud van de gebouwen werd slechts 174.548 € van de 442.840 €, aangewend, - slechts 40 % dus. Voor het onderhoud en herstelling van het zelfbedieningsrestaurant waren er op 35 € na zelfs geen uitgaven aangezien dit restaurant werd gesloten omwille van grote renovatiewerken. De lagere graad van activiteiten in de Senaat zorgde er ook voor dat er minder kantoorbenodigdheden en ander materiaal werden aangekocht.
Daarentegen werd het begin van de energiecrisis al direct voelbaar in de uitgaven voor de nutsvoorzieningen. De uitgaven voor gas, elektriciteit en water liggen 30% hoger dan het krediet dat einde 2020 werd voorzien. Digitale uitzendingen, het enige middel om onze parlementaire werkzaamheden gedurende de coronacrisis verder te zetten, zorgden ervoor dat de post voor vergoedingen aan derden werd overschreden. Voor catering, protocol en zendingen werd dan weer slechts 149.978 € of 46% van de kredieten aangewend.
Voor senatoriale vergoedingen werd 87.000 € minder uitgegeven. Aan de basis hiervan ligt een beslissing van het Bureau van 25 februari 2022 om de kilometervergoeding voor 2021 te halveren. Bovendien was er gedurende 4 maanden één gecoöpteerde senator minder. De afscheidsvergoedingen waren lager dan geraamd omdat er minder dossiers waren. Voor het politiek personeel bleef men net onder de voorziene kredieten. Wat de uitgaven voor het statutair personeel van de Senaat betreft, is er een lichte overschrijding van 490.000 € die vooral te wijten is aan de onvoorziene indexoverschrijding in oktober 2021. De Senaat heeft toen besloten de kost hiervan ten laste te nemen van de reserves en geen extra kredieten aan de schatkist te vragen.
Wat de klasse “Andere toelagen en subsidies” betreft, kan worden meegedeeld dat door de verminderde activiteiten ingevolge de coronacrisis, de parlementaire assemblees zoals de IPU, NAVO of Raad van Europa een deel van hun niet gebruikte kredieten hebben teruggestort.
Anderzijds zijn de uitgaven voor de investeringen het dubbele dan geraamd. De werken aan de binnenkoer van Wetstraat 6 (539.311 €), de branddetectie (245.083 €) en de eerste fase van de werken van het zelfbedieningsrestaurant (149.848 €) zorgen ervoor dat voor deze post meer werd uitgegeven.
Dankzij het strikte beleid inzake uitgaven, de besparingen en de coronacrisis werd in het boekjaar 2021 425.781 € minder uitgegeven dan begroot (39.613.778 € tegenover 40.039.559 €). Daartegenover staat dat de Senaat 39.656.990 € aan inkomsten had ; 39,6 miljoen daarvan als dotatie. Dit betekent dat we het boekjaar 2021 afsluiten met een positief saldo : 43.211 €.
Terloops deel ik u nog mede dat in 2021 vanuit de reserves 2.020.330 € subsidie aan de pensioenkas van de senatoren werd gestort.
Ik kom nu tot het boekjaar van 2022.
Beste collega’s,
Toen het jaar 2022 aanving werd duidelijk dat de in oktober 2021 berekende begroting voor het jaar 2022 niet langer zou volstaan door de galopperende energieprijzen en de inflatie. Alhoewel de diensten van de Senaat reeds met een indexering rekening hielden voor februari 2022, bleek al snel dat het Planbureau nog twee indexeringen voorzag, namelijk voor april en later in het jaar 2022. Op uitnodiging van de FOD BOSA heeft de Senaat op 25 februari zijn dotatie geamendeerd van 39,6 miljoen naar 40.188.960 €. Net toen brak ook de oorlog in Oekraïne uit, met een bijzonder scherpe stijging van de energieprijzen als gevolg. In het kielzog daarvan ging ook de inflatie sprongsgewijs omhoog. De indexoverschrijding voorzien voor later in het jaar, viel bovendien reeds in juni, met in september reeds de volgende overschrijding. De FOD BOSA heeft toen de administratie van de Senaat gevraagd zijn begroting 2022 te willen herzien waardoor finaal de dotatie voor 2022 op 40.750.000 € werd gebracht. Op hun latere vraag om ook voor de indexatie van deze maand december kredieten te vragen heeft de Senaat geantwoord dat het saldo van 2021, namelijk 43.211 €, zal worden aangewend om de extra-kosten te dragen.
Dit betekent dus dat er in 2022 vijf indexeringen zijn geweest en een volgende is reeds vastgesteld voor januari 2023. U weet dat 80% van de uitgaven rechtstreeks onderhevig zijn aan de indexevolutie en dat de inflatie (in globo 10,5%) ook doorgevoerd zal worden in de privésector waardoor de onderhoudscontracten duurder zullen worden. Het is dus duidelijk dat het streefcijfer van 40 miljoen - dat sinds jaren van toepassing was - niet gehandhaafd kan blijven en dus naar 45 miljoen gaat.
Beste collega’s, ik kom toe aan de begrotingsvoorstellen voor 2023.
Toen de Senaat reeds in mei 2022 als een goede huisvader haar dotatie-aanvraag voor 2023 indiende bij de FOD BOSA, betekende een constant beleid toen een dotatie voor 2023 van 42,5 mio euro. Dit was op basis van de indexeringen van oktober 2021 en februari en april 2022. Snel nadien zou duidelijk worden dat dit geenszins voldoende zou zijn voor 2023. De indexeringen van juni en september 2022 betekenen voor de Senaat een sterke stijging van de uitgaven. Het Planbureau voorspelt nog 4 extra indexeringen, in december 2022 en februari, april en september 2023, die dus eveneens in de begrotingsvooruitzichten moeten worden opgenomen.
De uitgaven voor het statutair en contractueel personeel van de Senaat en de uitgaven voor het politiek personeel zullen fors stijgen ten opzichte van het vorige begrotingsjaar, met meer dan 4 miljoen euro. Het Bureau heeft echter beslist een besparing van 2 % door te voeren op die uitgaven.
Het Bureau stelt ook voor om de werkingskosten van de instelling en de subsidies die de Senaat toekent aan de fracties, de pensioenkas van de senatoren en de afvaardigingen bij interparlementaire assemblees te bevriezen. De hogere uitgaven voor sommige posten, in het bijzonder de uitgaven die voortvloeien uit de onderhoudscontracten, zullen worden gecompenseerd door uitgavenverminderingen in andere posten. De bevriezing van de werkingskosten en de subsidies betekent in de context van de huidige hoge inflatie een zeer aanzienlijke besparing.
Rekening houdend met het uitzonderlijke karakter van de evolutie van de energieprijzen stelt het Bureau voor de reserves van de Senaat ten bedrage van € 500.000 aan te spreken om de meerkosten voor energie te dekken. De subsidies aan de pensioenkas zouden ook worden gedekt door de reserves van de Senaat. In 2023 en 2024 zal telkens nog 4 mio euro betaald worden aan de pensioenkas. Ook de investeringsuitgaven ten belope van 2,5 mio euro en de uitgaven van het Belgisch EU-voorzitterschap in het eerste semester van 2024 voor 500.000 euro zullen door de reserves gedragen worden.
De administratie voorzag oorspronkelijk een totale uitgave van 48.825.598 € euro voor 2023. De bovenvermelde maatregelen leiden ertoe dat uitgaven in 2023 worden verminderd tot 41.261.399 €. De Senaat zal bijgevolg aan de schatkist een dotatie vragen van 41.000.000 €. Dit is dus duidelijk onder het nieuwe streefcijfer van 45 miljoen en dus allerminst een opslag. Ik wijs er nog even op dat de globale personeelsuitgaven van 36,6 mio euro 89% is van de gevraagde dotatie van 41 mio euro. Er rest dus zeer weinig om nog op te besparen.
Rekening houdend met de bovenvermelde inspanningen en de uitbetaling van de nog uitstaande verbintenis aan de pensioenkas kan ik u melden dat de beschikbare reserves van de Senaat in één zittingsperiode zullen gekrompen zijn van 29.128.680 € eind 2019 tot 6.242.144 € eind 2024. Dit bedrag is echt het bodembedrag want het volstaat nauwelijks om de courante uitgaven gedurende twee maanden te financieren. Grofweg betekent dit dat de schatkist in deze zittingsperiode alleen al 22.886.536 € minder moest uitgeven aan de Senaat, hetzij jaarlijks een gemiddelde besparing van 4.577.307 €. Dit is ook het drievoudige van wat de Regering nu aan de Senaat heeft gevraagd als besparingsoefening. Ik kan daaraan nog toevoegen dat de Senaat al in 2017 aan de schatkist op eigen initiatief 6 miljoen had teruggestort.
We mogen ons gerust afvragen of er instellingen zijn die beter hebben gedaan :
Geen indexatie van de werkingsmiddelen
Afbouw van de reserves
Strikte opvolging van de uitgaven en de onderhoudscontracten
30 personeelsleden netto minder op één zittingsperiode
Collega's, sinds de hervorming van de Senaat is zijn dotatie afgenomen van 64.5 mio euro in 2014 tot 41 mio euro in 2023. Rekening houdend met de inflatie en indexeringen sinds 2014, kan men spreken van een reële besparing van 34,5 mio euro of — 45,6%. Min 45,6%! Dit is een nooit geziene besparing. Alle andere parlementaire assemblees stijgen fors in middelen. De Senaat die alle kritiek te verduren krijgt, doet een enorme besparing en dit niettegenstaande min of meer 80% personeelskosten die men nooit zomaar kan terugdringen.
Collega's, een voorbeeld van het gezond begrotings- en financieel beleid van de Senaat blijkt
ook uit de verplichtingen die ze nog heeft t.o.v. derden. Daar waar de Senaat de volgende 10 jaar slechts 8 mio euro dient te betalen voor de pensioenen, zal de Kamer over dezelfde periode minimum 250 mio euro of een kwart miljard euro moeten ophoesten. Enkel het Pensioenfonds van de Senaat is erin geslaagd om vanaf de volgende legislatuur volkomen zelf bedruipend te zijn. Geen enkele andere parlementaire assemblee doet haar dat na.
Tot slot Collega's, de Senaat is een Grondwettelijke Parlementaire instelling. Zolang de Grondwet niet is aangepast dienen we allen er zorg voor te dragen dat deze Grondwettelijke parlementaire instelling zo optimaal mogelijk kan functioneren en op een zo economisch mogelijke wijze. Die opdracht heeft het bureau op zich genomen.
Het verslag en de begroting werden éénparig goedgekeurd door het Bureau op 12 december 2022.
U heeft de cijfers kunnen bekijken in het parlementair stuk. De assemblee wordt verzocht het boekjaar 2021 goed te keuren en de begroting en de dotatie voor 2023 goed te keuren."
