Grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs
“Ik heb een stijve omdat ik jou daarnet gezien heb.” Tegen een recent gescheiden moeder. En: “Je hebt de ogen van mijn vrouw,” tegen een meisje in het zesde leerjaar, terwijl hij over haar haren wrijft.
Mocht iemand voor mij werken die zo’n uitspraken doet, hij stond een dag later op straat. Maar dit was een vastbenoemde leerkracht, die zeven jaar lang grensoverschrijdend gedrag kon plegen tegen vrouwen en meisjes, voor hij op non-actief werd gezet.
De aanpak van grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs is problematisch. Er zijn geen duidelijke procedures en er is sprake van willekeur.
Zelfs wanneer een zaak wordt afgehandeld is dat vaak zonder strafblad. Want aan die interne procedures komt geen politie of parket te pas. Gevolg: een dader kan zonder probleem solliciteren bij een ander onderwijsnet.
Daarom vroeg ik de minister in de commissie Onderwijs om dringend te zorgen voor een overkoepelend beleid tegen grensoverschrijdend gedrag en om eindelijk werk te maken van formele procedures.
